Nederland wordt beschouwd als een van de Europese pioniers op het gebied van digitalisering. Dit is duidelijk zichtbaar in de commerciële sector, maar ook in de particuliere sector. De gokindustrie kan als voorbeeld worden genomen. Het is dankzij de digitale vooruitgang en legalisatie dat aanbieders zoals 777 gokkasten officieel beschikbaar kunnen stellen.

Maar profiteren kleine gemeenschappen in Nederland ook van dergelijke aanbiedingen? Hoe goed zijn ze aangesloten op het digitale netwerk en waar zitten nog zwakke plekken?

Nederland een van de leidende landen in EU-vergelijking

Digitalisering is voortdurend in het nieuws: Sinds 2014 worden de EU-lidstaten gevolgd en permanent tegen elkaar afgezet in ranglijsten. In 2022 staat Nederland op een solide derde plaats. Dit betekent dat het relatief kleine land zelfs industrienatie Duitsland inhaalt. Maar welke rol speelt dit voor plattelandsregio’s?

De plattelandsregio Coevorden laat zien hoe zelfs perifere gebieden zich kunnen ontwikkelen. Al in 2019 is de uitbreiding van glasvezel aanzienlijk gevorderd. Het doel hierachter: een aantrekkelijk en leefbaar gebied ontwikkelen dat ook professionele kansen biedt.

Coevorden is een voorbeeld van wat Nederland goed doet in vergelijking met veel andere Europese landen. Het gaat er niet alleen om de agglomeraties en stedelijke gebieden aan te sluiten op het netwerk, maar ook om de landelijke regio’s sterk te integreren.

Op deze manier kunnen factoren als sociale ongelijkheid worden voorkomen of in ieder geval worden verminderd. Initiatieven en subsidies vanuit het land zorgen ervoor dat gerichte glasvezelprojecten ook of vooral in de landelijke delen van Nederland worden uitgevoerd.

Verbeteringen zijn nog steeds nodig – Nederland benut nog niet zijn volledige potentieel

De op vier na grootste industriële natie ter wereld kan niet rusten op haar derde plaats, maar moet verdere inspanningen leveren om een van de mondiale spelers te worden. Een belangrijk aandachtspunt hierbij is kunstmatige intelligentie. Slechts 13 procent van alle bedrijven in het land maakte er gebruik van in 2022, duidelijk te weinig om aan de internationale normen te voldoen.

Vanuit dit perspectief is het belangrijk om de uitbreiding van breedbandnetwerken in alle regio’s van het land te stimuleren. Het voorbeeld van Coevorden staat symbool voor wat ook in andere regio’s nodig is. Het probleem voor bedrijven in landelijke gebieden is dat ze nauwelijks specialisten kunnen vinden voor de integratie van moderne technologieën.

Hierdoor ontstaat een vicieuze cirkel bestaande uit een gebrek aan netwerkverbindingen, minder aantrekkelijkheid als vestigingsplaats en een gebrek aan integratie van nieuwe technologieën.

Het is daarom een dwingende voorwaarde dat de basis voor aantrekkelijke vestigingslocaties ook buiten de agglomeraties wordt gelegd. Coevorden heeft deze aanpak begrepen en richt zich daarom niet alleen op landelijke breedbandconnectiviteit, maar ook op het creëren van een leefbare infrastructuur.

Moderne communicatie in Nederland – tweede plaats in EU-vergelijking

Nederland hoeft echter niet toe te geven dat het te ver achter ligt, want in een vergelijking met de EU scoort het land direct op de tweede plaats. Het gebruik van kabel, koper en glasvezel is in dit land aanzienlijk meer verspreid dan in andere EU-landen, wat de aantrekkelijkheid als vestigingsplaats positief benadrukt. Ongeveer 91 procent van alle huishoudens in landelijke gebieden heeft al een vaste verbinding. In stedelijke gebieden is de 5G-penetratie met ongeveer 97% zeer hoog.

Nederland heeft de afgelopen jaren geld en moeite geïnvesteerd in netwerkuitbreiding. In 2021 kan al 52 procnt dekking met glasvezeltechnologie worden geregistreerd. Nederland heeft ook grote plannen als het gaat om mobiele technologie en wil ervoor zorgen dat 98 procent van alle regio’s is uitgerust met een solide mobiel netwerk.

De staat investeert hiervoor niet alleen geld, maar zet ook de houders van mobiele telefoonvergunningen onder druk. Zo was er tegen juli 2022 een verplichting om de 98 procent-dekking te implementeren met een minimumsnelheid van 8 Mbit/s. Om de vooruitgang te stimuleren, wordt de eis voor juli 2026 verder verhoogd naar minimaal 10 Mbit/s.

Hordes te nemen voor Nederland

In theorie klinkt deze planning vooruitstrevend, maar het creëert uitdagingen voor mobiele telefoon- en telecommunicatieoperatoren. Er moeten nieuwe locaties voor gsm-masten worden ontwikkeld, maar dit is niet altijd mogelijk. Grote stukken grond zijn privébezit en daarom niet beschikbaar voor de implementatie van de specificaties.

Positief is dat de bestaande netwerken in Nederland al voorzien in landelijke dekking van de behoefte aan mobiele telefonie. Het zou daarom mogelijk moeten zijn om over te stappen op 5G-technologie terwijl de bestaande masten en faciliteiten gebruikt blijven worden.

De grootste uitdaging zal zijn om de huishoudens aan te sluiten die het verst van de stad af liggen. Tot nu toe liggen ongeveer 19.000 huishoudens zo ver van het centrum dat een verbinding met snelle en veerkrachtige netwerken op zijn zachtst gezegd moeilijk lijkt. Bovenal zijn de totale kosten een cruciaal probleem. Volgens schattingen worden er jaarlijks kosten van zes cijfers gemaakt om afgelegen huishoudens op het netwerk aan te sluiten.

Het gaat hier niet om snel internet, maar om de mogelijkheid om überhaupt een actieve deelnemer aan het breedbandnetwerk te worden. De uitbreiding van het netwerk in Nederland is tot nu toe vooral gesteund door particuliere investeerders.

Voor hen is het echter minder rendabel om de afgelegenste gebieden op te nemen. Een overheidssubsidieproject zou kunnen bijdragen aan het aanbieden van breedband in regio’s die ver verwijderd zijn van de plattelandscentra en zo de sociale gelijkheid bevorderen.

Hoge snelheid niet zo populair in Nederland als in de rest van de EU

Waar consumenten in Duitsland bijvoorbeeld veel waarde hechten aan snelle en ultrasnelle internetverbindingen, zijn Nederlanders hier zuiniger op. Trage verbindingen zijn voor de meeste huishoudens voldoende, dus de verspreiding van snel internet gaat langzaam.

100 Mbit/s-lijnen zijn al beschikbaar voor ongeveer 47 procent van alle huishoudens, maar de vraag is lager. Dit ligt opnieuw boven het EU-gemiddelde, waar een penetratie van 41 procent standaard is.

De lage vraag kan te maken hebben met de kosten, aangezien Nederland duurder is dan het EU-gemiddelde. Maar omdat de prijzen de afgelopen jaren al zijn gaan dalen, zal de belangstelling voor snel internet in de toekomst waarschijnlijk toenemen.

Conclusie

Plattelandsregio’s zijn goed geïntegreerd in de internetvoorziening van Nederland. Zwakke punten ontstaan alleen aan de grenzen van deze toch al landelijke regio’s. Bijna 19.000 huishoudens zijn nog steeds niet aangesloten op het netwerk. Het grootste probleem: gebrek aan financiële middelen!

Voor particuliere investeerders is het niet lonend, overheidssubsidieconcepten speciaal voor afgelegen regio’s bestaan niet. Als Nederland zijn rol als een van de toonaangevende EU-landen wil behouden, moet dit probleem in de toekomst worden opgelost.

Foto: pexels.com