Coevorden – De gemeente Coevorden meldde gisteren op haar website, dat archeologen van onderzoeks- en adviesbureau RAAP vorig jaar een bijzondere vondst deden. Op het terrein waar de funderingen van de zeventiende-eeuwse Bentheimerpoort zijn opgegraven, stuitten ze op een beerput met daarin een klauw van een beer.
Nader onderzoek, uitgevoerd door Naturalis, wijst uit dat het waarschijnlijk gaat om een klauw van een ijsbeer. “Opmerkelijk”, zo schrijft de gemeente, “omdat de ijsbeer nooit in het wild in Nederland is voorgekomen. De beerput hoorde bij de militaire ambtswoning van de commandeur aan de Bentheimerstraat. Vermoedelijk heeft een van de commandeurs een ijsberenvel cadeau gekregen of zelf gekocht. Rond 1700 vertrokken jaarlijks zo’n 200 schepen vanuit Nederland naar Spitsbergen voor de walvisvangst. Confrontaties met ijsberen waren een vast onderdeel van de jacht op walvissen. Juist de klauwen werden, met de derde koot er nog in, vastgezet aan een geprepareerde huid. Samen met de kop, met geprepareerde tong en gesperde bek, zorgden de grote klauwen ervoor dat de ijsbeer ook dood nog indruk maakte. In de beerput in Coevorden is slechts één klauw aangetroffen. Een opvallend detail is dat er hondenvraat te zien is op het bot.”