Het verhaal van Kasteel Coevorden begint in 1024 toen keizer Hendrik II het Graafschap Drenthe schonk aan de Utrechtse kerk, waardoor de bisschop het graaflijk gezag ging uitoefenen. Om zijn gezag te laten gelden, moest de bisschop ambtenaren aanstellen die namens hem het bestuur uitoefenden.

Al snel werd Drenthe verdeeld in drie districten, waarbij Coevorden werd gekozen als centrum van het graafschap, vanwege de strategische ligging. Het kasteel van Coevorden, oorspronkelijk een motte-and-baileyconstructie, diende als zetel voor de burggraaf, die namens de bisschop het gezag uitoefende.

In de daaropvolgende eeuwen slaagden de burggraven erin bijna twee eeuwen lang een bijna onafhankelijk vorstendom te vormen tot de krachtige bisschop Frederik van Blankenheim hier een einde aan maakte in 1402. Het kasteel werd verbouwd en de structuur veranderde geleidelijk, waarbij een stenen kasteel werd gebouwd en de omgeving werd aangepast aan de behoeften van die tijd.

In de zestiende eeuw onderging het kasteel verdere verbouwingen onder Hertog Karel van Gelre. Het kasteel kreeg een nieuwe indeling met toevoegingen zoals een kapel en een keuken. In de zeventiende eeuw, na verhuizing van het bestuur naar Assen, werd het kasteel omgevormd tot een militaire citadel.

Tijdens de Bataafse Revolutie van 1795 werd het kasteel geveild en verdeeld onder verschillende eigenaren, wat leidde tot een periode van verwaarlozing en verval. In 1938 kocht de gemeente Coevorden het kasteel met als doel het te restaureren.

Na jaren van restauratie en diverse gebruikers staat Kasteel Coevorden in 2024 weer trots als een tastbaar bewijs van de rijke geschiedenis van het gebied. Met zijn gerestaureerde pracht dient het nu als ‘Fletcher Hotel Restaurant Kasteel Coevorden’, een monument dat de bezoekers herinnert aan de eeuwenoude geschiedenis van het gebied en zijn rol als centrum van macht en bestuur.

Tekst en foto: Jan Veenstra, janveenstra.online.