Regio – Het college van Gedeputeerde Staten legt de stikstofkaart, die op 10 juni werd gepresenteerd in de startnotitie Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG), terzijde en roept het kabinet op tot realisme en perspectief. Wat GS betreft is de gepubliceerde kaart met kleurtjes en percentages geen geschikt uitgangspunt voor het Drentse proces, het wettelijke doel wel.
GS leggen prioriteit bij een zorgvuldige inrichting van de gebiedsprocessen. Daar moeten de gesprekken gevoerd worden met direct belanghebbenden en vertegenwoordigende partijen op basis van kennis in en van het gebied. Dat moet leiden tot een realistische aanpak waarbij ook de sociaal-economische gevolgen in beeld komen en worden afgewogen.
Evenredige bijdrage
“Het college voelt een grote verantwoordelijkheid om onverminderd te werken aan natuurherstel en het terugdringen van de stikstofdepositie in onze natuurgebieden. Alle sectoren hebben hun bijdrage te leveren aan emissiereductie van stikstof.” GS betreuren het dat nu alle aandacht uitgaat naar de bijdrage van de agrarische sector, in de wetenschap dat ook voor mobiliteit en industrie in het najaar een opgave bekend zal worden. Gedeputeerde Henk Jumelet: “Na het verschijnen van de brieven van de ministers Van der Wal en Staghouwer heb ik onrust, boosheid en radeloosheid gezien bij veel boeren en hun gezinnen. Dat raakt ons allemaal. In de vele gesprekken is het ongenoegen uitgesproken over de eenzijdige nadruk op de bijdrage van de boeren. Dat is wat mij betreft niet goed gegaan. Wat nu nodig is, is samen werken aan herstel van vertrouwen, want we hebben ook in onze provincie veel werk te doen. In de Drentse aanpak leveren alle sectoren evenredig en gelijktijdig een bijdrage.”
Het college heeft zorgen over het ontbrekende toekomstperspectief voor de agrarische sector en de gevolgen voor de leefbaarheid, werkgelegenheid en bestaanszekerheid op het platteland en roepen het kabinet op zo snel mogelijk met concrete voorstellen en maatregelen te komen.
De provincie hanteert het in 2021 door Provinciale Staten vastgestelde Koersdocument als basis om verdere uitvoering te geven aan de Drentse aanpak. “Net als alle andere provincies wordt op dit moment gewerkt aan natuurdoelanalyses en zetten we in op een aanpak voor een dekkend meetsysteem voor emissie en depositie van NH3 en NOX. De provincie werkt ondertussen verder aan de maatregelen in het programma Natuur met de totale omvang van ruim 70 miljoen euro voor de periode 2021-2023. Ook hoopt het college snel duidelijkheid te krijgen van het Rijk over de versnellingsmogelijkheden die zijn ingediend, waarin de innovatie binnen de landbouw een grote rol heeft. Dit door Drenthe ingediende pakket aan maatregelen voor de periode 2022-2023 beslaat ruim 76 miljoen euro, gericht op pilots in overgangsgebieden om stikstofgevoelige Natura 2000 gebieden, verbeteren hydrologie en innovatieve maatregelen die bijdragen aan toekomstgerichte landbouw, zoals de maatregelen in het programma Boer Burger Natuur Drenthe (BBND)”, aldus de provincie.
Het college benadrukt dat maatwerk nodig is in de gebiedsaanpak en vraagt daar ruimte voor. Zo zetten we ons samen in voor het beste plan voor.
Motie gemeente Coevorden
De gemeenteraad van Coevorden (BBC2014, PvdA, VVD, CDA, PPC voor, PAC tegen) nam op 21 juni een motie aan. Het college kreeg daarbij de opdracht om met andere overheden de (on)haalbaarheid van de gestelde doelen aan te kaarten en de gevolgen van de plannen voor de gemeente Coevorden en haar inwoners te bespreken. De inhoud van de motie moest binnen twee weken worden overgebracht aan GS van Drenthe, de ministers Van der Wal en Staghouwer en de Tweede Kamer.
Zie ook:
“Als dit stikstofbeleid werkelijkheid wordt, raakt het alle sectoren”