Coevorden – In de voormalige synagoge van Coevorden aan de Kerkstraat werd maandagavond de vijftiende Jom Hasjoa-herdenking gehouden. Jom Hasjoa betekent dag der vernietiging. De herdenking van de moord op de Europese Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog vindt wereldwijd plaats. Ook ditmaal was het een indrukwekkende bijeenkomst ter herdenking van de Joodse inwoners van Coevorden, Dalen, Sleen en Meppen die in de Tweede Wereldoorlog werden vermoord. De Joden werden in de nacht van 2 op 3 oktober uit hun huizen gehaald en via doorgangskamp Westerbork naar de vernietigingskampen gedeporteerd.

Na muziek van Luit Kamphuis op dwarsfluit verwelkomde Barend Faddegon namens het bestuur van Stichting Synagoge Coevorden alle aanwezigen en wees op de roerige tijden heden ten dage. Daarna verzorgde hij een inleiding.

Accent op verantwoordelijkheid

“Op 12 april 1951 besloot het Israëlisch parlement, de Knesset, om jaarlijks op 27 Nisan (in de Joodse jaartelling de datum waarop in 1943 het getto van Warschau werd uitgeroeid) de zes miljoen Joodse slachtoffers te gedenken die in de Tweede Wereldoorlog zijn omgekomen. De gedenkdag kreeg de naam Jom Hasjoa, dag der vernietiging. In 1983 heeft rabbijn Soetendorp een nieuw perspectief voor de Jom Hasjoa aangereikt. Het accent moet niet liggen op schuldgevoel, maar veel meer op verantwoordelijkheid en gerechtigheid”, aldus Faddegon.

Compassie

Het thema van dit jaar is ‘Compassie’. Daarover gaf Jeanet Regeling uitleg: “Compassie, meevoelen met de ander, kan ervoor zorgen dat je minder snel oordeelt of dat gevelde oordeel eerder laat varen wanneer je je in de ander verplaatst. Compassie komt voor uit verbondenheid met de ander. Compassie betekent zeker ook dat we ons niet moeten laten verleiden, door wat dan ook, opnieuw in de val te trappen van het antisemitisme.”

Kleindochter Nora van Jeanet Regeling stak daarop de kaarsen aan, waarna Ankie Dotinga het gedicht ‘Een lied voor de vrede’ voordroeg. Na wederom muziek van Luit Kamphuis klonk het Kinah, een klaagzang, uitgesproken door Arien Penninkhof.

“Onze taak om op te staan”

Wethouder Jeroen Huizing hield een toespraak, die hij begon met enkele regels uit het gedicht ‘Haat’ van een Poolse dichteres. “Haat. Zie eens hoe doelmatig nog steeds, hoe goed in vorm in onze eeuw de haat is. Dit gedicht”, aldus Huizing, “zou in deze tijd geschreven kunnen zijn. Vaak wordt gevraagd voor wie je bent alsof je een keuze moet maken. Het is onze taak om op te staan tegen het ongenuanceerde denken. Een vredige samenleving begint met naastenliefde. Zij aan zij staan en voor elkaar zorgen. Compassie is sterker dan haat.”

Vervolgens werden de namen voorgelezen van de omgebrachte 146 Joden uit Coevorden, Dalen, Meppen en Sleen, afgewisseld met muziek van Luit Kamphuis. Daarna werden twee minuten stilte in acht genomen.

Wil Hein sprak het Kaddiesj-gebed uit en erna speelde Luit Kamphuis het Onze Vader. De bijeenkomst in de synagoge werd besloten met de volksliederen van Israël en Nederland. Tot slot werden bij het Joods monument aan de buitenzijde van de synagoge tien witte rozen gelegd. Om een gebedsdienst te kunnen houden, waren tien Joodse mannen nodig.