Coevorden – Er zijn woensdag weer twaalf Stolpersteine onthuld in Coevorden. Het is de voorlaatste plaatsing van deze Stolpersteine. Er volgen nog zeven van deze zogenoemde struikelstenen, waarmee het totaalaantal op 130 komt. De eerste Stolpersteine werden in 2014 gelegd.
Tijdens een korte bijeenkomst in de synagoge vertelde bestuurslid Barend Faddegon in het kort de geschiedenis van de personen voor wie de stenen woensdagmiddag werden onthuld. De Stolpersteine zijn een initiatief van de Duitse kunstenaar Gunter Demnig. Zij liggen bij de panden waar eerder Joodse inwoners van Coevorden woonden. Ook in Dalen en Meppen liggen inmiddels Stolpersteine.
De stenen zijn bedoeld om voorbijgangers figuurlijk te laten struikelen, waardoor deze stilstaan en de tekst op de stenen lezen. Op elke steen staat de naam van de vroegere bewoner, het jaar van geboorte, het jaar van deportatie uit Westerbork en de datum en plaats waar hij/zij vermoord is.
Na de bijeenkomst ging het gezelschap eerst naar de Molenstraat 13 waar Carolina Kropveld-Leeser met haar kinderen Jacob Kropveld en Eíke Kropveld woonden op het moment van de deportatie. Vervolgens ging de route naar de Friesestraat 39, waar Jacob Kropveld en Jacoba Kropveld-Lievendag en hun kinderen Aron en Siegfried woonden. Tot slot werd naar de Sallandsestraat 47 gewandeld om de stenen voor Emanuel Prins en Geertje Prins-van Coevorden en hun kinderen Sophia Prins, David Prins en Mozes Liepman Prins te onthullen.
Elke onthulling werd afgesloten met het leggen van een witte roos op elke steen.
Als volgend jaar alle stenen zijn geplaatst, wordt een Stolpersteineboek uitgebracht. Daarin staan verhalen over de mensen uit de gemeente Coevorden die tijdens de Holocaust zijn vermoord. In de nacht van 2 op 3 oktober 1942 werd bijna de gehele Joodse bevolking uit Drenthe weggevoerd naar de vernietigingskampen in het oosten.