In 2020 overleden bijna 169.000 duizend mensen, ruim 15.000 (10 procent) meer dan verwacht. Vooral in het zuidoosten van Nederland stierven meer mensen dan verwacht. Er overleden relatief veel Wlz-zorggebruikers, mannen en ouderen. Ook daalde de levensverwachting in 2020. Dat blijkt uit de nieuwste cijfers van het CBS.
De sterfte was vooral hoog in het voorjaar, tijdens de eerste golf van de coronapandemie. Maar ook tijdens de hittegolf en de tweede golf stierven meer mensen dan verwacht.
Een jaar met oversterfte komt vaker voor. Een griepepidemie aan het begin van het jaar zorgt vaak voor meer oversterfte op jaarbasis. Dit was bijvoorbeeld in 2015 en 2018 het geval. In die jaren was er een oversterfte van respectievelijk 5.000 en 9.000. Die aantallen zijn wel minder dan in 2020.
Vooral in de GGD-regio’s in het oosten van Noord-Brabant, in Limburg en in het zuiden van Gelderland overleden relatief gezien meer mensen dan verwacht en dat geldt ook voor Zaanstreek/Waterland, Flevoland en Rotterdam-Rijnmond. In de noordelijke regio’s en in Zeeland was maar beperkt sprake van oversterfte. Zo was er in Drenthe een oversterfte van 5,6 procent terwijl dat in Hart van Brabant 19,3 procent was.
In 2020 overleden 65.000 mensen die zorg ontvingen in het kader van de Wet langdurige zorg, bijna 8.000 (14 procent) meer dan verwacht. Over heel 2020 was de sterfte onder mannen bijna 12 procent hoger dan verwacht, onder vrouwen was het ruim 8 procent hoger dan verwacht.
Er overleden vooral meer ouderen, maar ook onder mensen jonger dan 65 jaar overleden 4 procent meer mensen dan verwacht (ruim 900 mensen meer). In de leeftijdsgroep 65 tot 80 jaar stierven 12 procent meer mensen dan verwacht (ruim 5.000 mensen meer) en bij de 80-plussers 10 procent meer dan verwacht (bijna 9.000 mensen meer).
Bron: CBS.