Dalerpeel – Zeg je dorpshuis Dalerpeel, dan zeg je Willy Olde. Afgelopen donderdag was ze 25 jaar in dienst, al gaat het verhaal bijna veertig jaar terug.
“Mijn eerste bruiloft die ik mocht meemaken als vrijwilliger was van het echtpaar Blokzijl. Ik was, denk ik, 19 jaar, en mocht de gasten voorzien van een hapje en een drankje. Ook vulde ik de potjes met sigaretten en sigaren op tafel. In die tijd heel normaal”, vertelt Willy.
In 1995 trad zij in dienst van het dorpshuis. “Mijn vader, Jans Karssies, was al jaren medewerker van het dorpshuis. Hij regelde met name de bruiloften. In die tijd was het bijna standaard dat er na het jawoord ook een feest werd gegeven. De inwoners van Dalerpeel en omstreken kozen dan steevast voor het dorpshuis. Toen hij vroeg of ik een keertje kon bijspringen, werd ook ik onderdeel van het dorpshuis.” Net als haar broer Jan.
“Ze waren op zoek naar een medewerker voor de snackbar en aangezien ik al heel wat ervaring had opgedaan als ‘frituurmeisje’ bij NKVV, solliciteerde ik en werd aangenomen.” Ze kwam onder de vleugels van Geertje Pastoor en samen hebben ze heel wat snacks de keuken zien verlaten.
Beheerder
Na haar vader was ook haar neef, Jannes Karssies, onderdeel van De Breiberg. Hij was toentertijd de algemeen beheerder. Toen Jannes aangaf voor een andere baan te kiezen, was de volgende stap snel gemaakt door Willy en zo werd zij in 2005 de beheerder van het dorpshuis. ‘” Ik nam toen Janneke van der Felz in dienst als schoonmaakster en samen hebben we heel wat leuke jaren beleefd. Tijdens de verbouwing van het dorpshuis kregen we van de bouwvakkers al snel de bijnamen ‘Blonde Dolly en Zwarte Lola’.”
Na Janneke kwam Ageeth van der Weide en samen traden zij toe tot het bestuur. Ageeth werd later opgevolgd door schoonzus Tineke Winter. Roelof, de echtgenoot van Willy, draagt al die jaren op vrijwillige basis zijn steentje bij. Dat geldt ook voor de kinderen Marloes en Ramon.
Herinneringen
Er zijn heel wat mooie herinneringen. Zo kan Willy zich nog de boerenbruiloft voor de geest halen. “Een concept waarbij twee inwoners van het dorp in de echt werden verbonden met aansluitend een groot feest. Ook hadden we geregeld een bandje, dat optrad in de gymzaal, die dan werd opgebouwd tot het Paradiso van Dalerpeel.”
Naast muziek was er ook ruimte voor allerlei andere zaken ter vermaak van de inwoners. Zo was er bijvoorbeeld het winkeltje ‘De Stoofpot’ en er was een biljartvereniging. Willy: “Wanneer het biljart in het bargedeelte stond, moest het biljart wijken. In een eigen ontwerp hebben we samen met de Activiteitencommissie Dalerpeel een biljartlift gefabriceerd. Zo kon het gevaarte, na het slopen van een tussenmuur, worden verkast naar de achterzaal.”
Centrum van het dorp
Zangles, kaarten, bingo, recepties, toneeluitvoeringen, gymuitvoeringen, alles zag Olde voorbij komen in al die jaren. Het Dorpshuis was letterlijk en figuurlijk het centrum van het dorp. Ook de vogelshow, nu nog steeds een onderdeel, was toen al een publiekstrekker. Willy vertelt: “In het midden van de vogelshow was een vijver met fonteintje. De eenden konden in die vijver zwemmen.”
Ook verdriet
Naast het plezier werd ook verdriet gedeeld in het dorpshuis. Zo werden er ook begrafenisdiensten gehouden vanuit diezelfde gymzaal. “Tijdens een dienst werd wel eens gebruik gemaakt van een elektronisch orgel. Niet elke keer en zo stond het muziekinstrument ook wel eens een tijdje stil. In een van de diensten was het orgel al aangesloten en werd het opgewarmd voor de aanwezige gasten. Toen de organist begon te spelen werd de dienst al snel verstoord door tumult. Het orgel begon namelijk te roken en even later zag je de vonken er uit springen. Het brandje werd snel geblust, maar de sfeer werd er niet beter op. Al kon men er later stiekem toch wel een beetje om lachen.”
Het dorpshuis werd in die tijd ook nog uitgebreid met een SKW-vleugel. SKW (Sociaal Kultureel Werk) nam haar intrede en verzorgde met name voor de jeugdigen veel activiteiten. Menigeen zal zich de spelweek nog kunnen herinneren met het tentjes bouwen op de ijsbaan.
Tegenslag
Tijdens het realiseren van een aanbouw in 1982 was er een fikse tegenslag. Een grote bouwkraan viel door een stormachtige wind op de bouwplaats. Gevolg was dat de helft van de staalconstructie vernield werd en de schade bedroeg toen meer dan een ton. Gelukkig deden zich geen persoonlijke ongelukken voor.
“Ik heb in al die jaren heel veel mensen leren kennen en nog meer mensen leerden mij kennen. Zo kreeg ik achter de bar veel persoonlijke verhalen te horen, vooral als er wat drankjes waren genuttigd. Vroeger was het dorpshuis veel vaker geopend dan nu. Ook door de week werd de gang naar de tap veelvuldig gevonden. Er stond ook een flipperkast, waarmee soms winst kon worden gemaakt. We organiseerden onderlinge wedstrijdjes met simpele prijsjes. Een leuke tijd was dat”, kijkt Willy met genoegen terug. De bazaar was een jaarlijks terugkerend evenement. “Er waren vaak kleine prijzen van weinig waarde, maar bij het rad van fortuin waren de taarten heel gewild.”
Toekomst
Willy ziet de toekomst best zonnig in. Nadat de coronamaatregelen het dorpshuis tijdelijk hadden platgelegd, is er nu weer een voorzichtige opening. “Het is niet meer zo dat het dorpshuis dagelijks open is. De snackbar is in het weekend geopend. Op zaterdagavond kan weer worden genoten van een drankje en een hapje.” Willy hoopt nog jaren mee te draaien. “Gelukkig worden we gesteund door een groep vrijwilligers en weten de voetballers op zaterdag de weg te vinden naar het dorpshuis.”
Foto: Willy Olde in de jaren negentig (eigen foto). Tekst: bron Klaas Veldhuis, Dalerpeel.