Coevorden – Ronnie Langeland neemt vrijdag 20 december na een dienstverband van maar liefst vijftig jaar afscheid van Langeland-Borgman. “Het is mooi geweest”, aldus Ronnie, die afgelopen maandag -juist op de dag van dit interview- zeventig jaar is geworden. “Ik was dus al met pensioen, maar deed nog wel wat leidekkerswerk.”

Het bedrijf kent een lange geschiedenis. Het werd in 1917 opgericht door F. Langeland. “Behalve de zaak hadden mijn ouders een hotel in Otterlo. Dat hotel bestaat nog steeds en is nu een luxe resort”, vertelt Ronnie. Zijn ouders overleden heel jong. “Ik ben op zestienjarige leeftijd met mijn werk begonnen. Ik kwam toen in de kost bij mijn broer in Friesland. Hij stopte echter met het werk als leidekker en sloeg een andere richting in.” Ronnie is geboren in Coevorden. Op zijn dertiende verhuisde het gezin naar Otterlo, maar zes jaar later was hij alweer terug.”

Warm bad

Ronnie vervolgt: “Toen stond ik er alleen voor. Toenmalig bedrijfsleider Willem Borgman nam het bedrijf in Coevorden in 1974 over en de naam werd Langeland-Borgman. Ik kwam bij Willem en Truus Borgman in de kost aan de Rijnsestraat, zij woonden boven het bedrijf. Dat was als een warm bad. Mijn ouders waren heel sociaal en dat gold zeker ook voor Willem en Truus. Het was een supertijd. In die periode voetbalde ik met hun zoon John- die zeven jaar jonger is- op de Markt. Later werd hij in feite mijn baas, maar het voelt als een broer.” Het voelt echt als familie. Tijdens ons gesprek blijkt dat al: Truus Borgman belde op om Ronnie te feliciteren.

De locatie aan de Rijnsestraat was aan de krappe kant. Ronnie kon vanuit de erfenis van zijn ouders dit pand kopen. “Mijn zwager Albert Steenbeek, die toen op Marktzicht zat, opperde dat ik het pand als dependance van het hotel zou kunnen inrichten. Dat is er niet van gekomen. Willem Borgman maakte gebruik van de schuur en ik verhuurde de woning eerst aan verpleegsters.” Ronnie ging er in 1981 zelf wonen toen hij met Hetty trouwde. Het paar is in 1988 naar Dalen verhuisd en woont er nog steeds. Hetty is al 48 jaar werkzaam als verpleegkundige, dus ook zij is een bekende verschijning in Coevorden.

Door de verdere uitbreiding van het bedrijf verkaste Langeland-Borgman rond 2000 naar de huidige locatie aan de Krimweg.

Andere tijden

Het waren andere tijden. Er waren zes mensen actief in het bedrijf. “Voor het werk nam ik in de week de auto van Willem mee, in het weekend maakte ik de auto schoon. In die tijd ging ik op pad op opdrachten te krijgen, later was dat niet meer nodig.” Inmiddels zijn er zo’n 75 tot 80 medewerkers.

Geen hoogtevrees

In zijn werk moet je geen hoogtevrees hebben. “Vroeger werkte ik op grote hoogte zonder vangnet en zonder touw, dat was heel gewoon. Dat is natuurlijk flink veranderd. Moest je bij een kerktoren zijn, dan ging je buitenaf met ladders naar boven. Nu zijn er hoogwerkers. Mijn werk als leidekker en op het gebied van lood-, zink- en koperwerk blijft handwerk. Eerder moest je veel sjouwen, maar dat is een stuk minder geworden.”

Mooie klussen waren onder meer de complete vernieuwing van het Veenkoloniaal Museum in Veendam en de gereformeerde kerk aan de Van Heutszsingel in Coevorden.

Band met elkaar

De families Borgman en Langeland hebben een hechte band met elkaar. “Maar dat geldt voor iedereen die hier werkt, daarom is er weinig verloop in het personeel. Ik ben altijd heel vrijgelaten in mijn werk. Ik kon klussen zelf aannemen en uitvoeren.”

Geen zwart gat

Ronnie is niet bang om een zwart gat te vallen. “Het is goed zo. Hetty en ik hebben drie zoons en we hebben vier kleinkinderen”, zegt hij met trots. “Verder zit ik in de vutploeg van Raptim, ik ben al vijftig jaar lid van de club, en ik ga op zondag voetbal kijken. En ik rijd motor met een clubje met als naam Effe Weg. We maken regelmatig ritten.”

De familieband is hecht. “Mijn broers en zussen wonen niet in de buurt. Daarom komen we eenmaal per jaar en dat al veertig jaar lang een dag bij elkaar. We zijn met zo’n 55 personen. Dat is leuk, want je ziet ook de neven en nichten.”

Het zit er vrijdag op. “Ik reed altijd met een Jeep met een witte kap. Die lever ik vrijdag in en dan zit het erop”,  besluit hij.

Beeldmateriaal: Langeland-Borgman