Een Corona-vrije-column…
… dat was mijn bedoeling.
Iets schrijven over alles als het maar vooral niets te maken heeft met Covid-19.
Niet gelukt.
Ik waarschuw u alvast, afhaken kan hier nog.
Want of ik wil of niet, het virus is er nog steeds; altijd en overal.
Het maakt dat ik op mijn hoede ben, afstand houd en dat ik mij regelmatig erger. Dat laatste is een heel vervelende bijkomstigheid van alles.
Want eigenlijk wil ik dat helemaal niet toelaten, ergernis. Maar toch.
Als ik in de Appie loop, alleen wanneer dat noodzakelijk is, erger ik me aan stellen die een soort van ‘lekker stiekem’ allebei een kar hebben gepakt en het weekmenu doornemen precies in het gangpad waar nu net mijn favoriete bonus-aanbieding staat.
Het valt me op dat het doorgaans ouderen zijn.
“Nóg ouder dan jij?”, zouden mijn huispubers nu vragen. Ja, nóg ouder.
Wat is dat dan toch? Waar komt dat gedrag vandaan? Uit een soort van balorigheid, vanwege het eindelijk hebben van een uitje of gewoon denken “Ach, ik heb mijn langste tijd toch al gehad en mij maakt de rest van de wereld ook niks meer uit?”
Ik kan er niet bij.
En dan het feit dat ik dus een theater run.
Wat geweldig: de zaal mag open bij 30 mensen! O wacht, daar gaan de medewerkers en iedereen eromheen nog vanaf.
Dus eigenlijk 15-20 mensen.
Nieuwe persconferentie, nieuwe kansen;
hoera, 30 bezoekers!
Tjonge! Nu nog een artiest vinden die komt spelen voor enkel een reiskostenvergoeding.
(Alsof ik dat zou willen!) En de befaamde bitterbal wordt voorlopig ook niet geserveerd, sorry!
Ik heb makkelijk praten.
Zegt ‘men’. Zeggen ze soms ook gewoon recht in mijn gezicht, iets dat ik wel weer kan waarderen trouwens, kan ik ook meteen reageren.
Mijn salaris gaat gewoon door, niks aan de hand voor mij. Klopt!
Maar mag ik mij zorgen maken over de toekomst? Over de toestand binnen de hele sector? De gevolgen daarvan ook voor Hofpoort?
Blijkbaar niet. Raar.
Hebben degenen die dat zeggen dan zelf geen passie voor hun eigen vak? Dát vind ik pas erg, als ik daar over nadenk.
Met dat denken van mij gaat het nog steeds uitermate goed kan ik u zeggen. Ook na mijn vorige column hier.
Nadat ik mezelf maar eens een flinke schop onder mijn (mede door de extra coronakilo’s niet te missen) kont had gegeven om vooral niet te blijven hangen in alles wat NIET kan en mag, knapte ik behoorlijk op.
Dus broeden we op kantoor op een mooie theaterzomer in de buitenlucht. Zodra alle seinen weer op groen staan gaan we weer los, lekker!
Want als ik iets niet trek is het al dat digitale gedoe. En dan bedoel ik behalve vergaderen ook de livestreams en theatervoorstellingen via een scherm.
Ik las dat iemand het “doublé in plaats van goud” noemde. En zo is het.
Natuurlijk wil ik op die manier artiesten steunen, maar het haalt het niet bij recht voor je neus, in je gezicht én hart!
Eigenlijk wilde ik hier alleen maar laten weten dat ik vind dat we wat liever voor elkaar moeten zijn, zelfs voor gangpad-blokkerende-ouderen!
Nu we een behoorlijk aantal weken verder zijn wordt de sfeer er niet beter op.
Het gaat namelijk weer vooral over geld.
En dat maakt het lelijk.
Iedereen wil zijn of haar eigen hachje redden, terecht, maar gun je dat de ander ook?
Het ging een beetje van de hak op de tak hier, maar ik hoop dat u dat heeft kunnen filteren. En ik?
Ik neem mezelf voor vanaf nu vriendelijk glimlachend door de supermarkt en het leven te gaan. Het valt immers allemaal niet mee, voor niemand.
En een glimlach blijft nog altijd de kortste afstand tussen twee mensen, Corona of niet.