De Vlinderprinses is zonder meer een groot succes geworden. Alle avonden voor het muziektheaterspektakel waren volledig uitverkocht. Initiatiefnemer Stichting Ter Klinke met als boegbeelden Harm Dijkstra (schrijver/regisseur), Jan Kruimink (componist) en Gerrit Hegen (algehele coördinatie) kunnen zeer tevreden zijn en dat geldt natuurlijk ook voor alle medewerkenden: acteurs, koorleden, muziek (onder andere de complete fanfare van Excelsior), allerlei commissies en figuranten. Ook kinderen speelden een rol.

Het project vergde een voorbereiding van een paar jaar om alles in detail te laten kloppen op het terrein aan de Stegenwantsweg in Zweeloo: de kleding, de sfeer, het voorbereiden van het speelveld, de voertuigen en alles wat eromheen gebeurde. Niet alleen tijdens de voorstelling, maar ook ervoor en tijdens de pauze was er van alles te zien en te doen op het terrein.

Zo was er een schilderes, een juf las de kinderen voor en de koorleden zongen niet alleen, zij zaten ook geheel in hun rol. In de loop van de voorstellingen groeiden zij in hun rol, zo werd mij verteld. Zij maakten meer grappen en kwamen steeds meer los.

Na heel wat geharrewar, ruzie en verwijten over en weer was de boodschap duidelijk van de Vlinderprinses (Martijje Lubbers, tevens samen met Carine Vinke zangcoach) duidelijk: zoek de vlinder in jezelf. Dat leidde aan het einde tot grote saamhorigheid en iedereen vond het kind in zichzelf terug. Het gehele stuk werd uitgevoerd in de prachtige streektaal.

Joop Timmer uit Zweeloo was de verteller die de inleiding van het stuk verzorgde. In 1952 wilde een boer in Zweeloo zijn land egaliseren. Bij het graven werden grafresten ontdekt. Er werd ook een graf ontdekt met een urn met gekleurde glazen kralen en sieraden van barnsteen en er werden een vergulde vlinder en resten van linnen gewaden gevonden, misschien wel van een prinses. Op basis van dit gegeven en heel wat fantasie ontsproot het verhaal aan het brein van Harm Dijkstra.

In het verhaal zou goud zijn gevonden en onder andere vanuit Hoogeveen en Valthermond spoedden goudzoekers zich naar Zweeloo. Daarbij keerde het thema oorlogsjaren steeds terug in de vorm van wantrouwen, wie is er goed en fout? De Sinti’s, een zigeunerfamilie, kwam ook naar Zweeloo om te helpen in deze tijd van erpels krabben zoals jaarlijks het geval was. De Sinti’s hebben in de Tweede Wereldoorlog ook zwaar geleden. Vooroordelen over de bedoeling van alle groepen en hebzucht speelden een rol in het stuk.

Allerlei mensen bevolkten het terrein. Terwijl de goudzoekers onverstoorbaar druk bezig waren, kwamen de burgemeester en wethouder van Zweeloo, de marechaussee en prof. Henrik Eduard van Steenis van de provincie opdraven. Wethouder Hadders deed mij denken aan Van Kooten en De Bie als burgemeester van het plaatsje Juinen en de altijd op de voorgrond tredende wethouder Hekking. Ondertussen liet een van de goudzoekers, schichtig om zich heen kijkend, stiekem een vondst in zijn broekzak glijden.

Het spektakel werd beloond met een daverend applaus. Als klap op de vuurpijl werd opeens het kerkje van Zweeloo prachtig verlicht.

Het is niet voor te stellen hoeveel tijd en energie in dit stuk is gestoken. Eerder al zorgde Stichting Ter Klinke voor de fraaie productie De Toorn van Thunaer. Een aantal spelers keerde in De Vlinderprinses terug in een heel andere rol.

Op de website van De Vlinderprinses is in de vorm van interviews veel aandacht besteed aan een groot aantal personen en groepen. Die zijn te lezen via deze link.